PROCEDURE FAALVEILIGHEID BINNEN HET BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER

Het faalveiligheidssysteem gaat na of vrouwen met een afwijkend screeningsresultaat de nodige medische opvolging hebben gekregen, m.a.w. dat er tijdig diagnostische en therapeutische acties ondernomen zijn (bv. tijdige herhaling cervixcytologie, colposcopisch onderzoek zo geïndiceerd, biopsiename, …).

Daarnaast wordt er ook voor gezorgd dat vrouwen met een uitstrijkje van onvoldoende kwaliteit worden opgevolgd en opnieuw gescreend. Immers, zonder passende opvolging na een afwijkend screeningsresultaat, kan een Bevolkingsonderzoek niet performant zijn.

Stichting Kankerregister bekijkt vier keer per jaar, op basis van zowel het cytohistopathologisch register als de IMA databank, wie in het faalveiligheidssysteem terecht komt, en overhandigt de lijst aan het CvKO.

Het CvKO communiceert naar de GMD-houdende arts en de afnemer van het staal over de ontbrekende opvolging na afwijkende screening. Artsen zijn uiteraard niet verplicht te reageren maar mogen dat wel indien gewenst. De artsen die geen elektronische post wensen te ontvangen, krijgen een brief per post. Het is aan de arts om te oordelen wat de gepaste opvolging is voor de patiënte, en op welke wijze de patiënte hierover gecontacteerd wordt.